Breedvoorhoofdkrokodil

De breedvoorhoofdkrokodil[2] (Osteolaemus tetraspis) is een krokodilachtige (Crocodilia) uit de familie echte krokodillen (Crocodylidae).[3]

Breedvoorhoofdkrokodil
IUCN-status: Kwetsbaar[1] (1996)
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Orde:Crocodilia (Krokodilachtigen)
Familie:Crocodylidae (Echte krokodillen)
Onderfamilie:Crocodylinae
Geslacht:Osteolaemus
Soort
Osteolaemus tetraspis
Cope, 1861
Verspreidingsgebied in het groen.
Afbeeldingen op Wikimedia Commons
Breedvoorhoofdkrokodil op Wikispecies
Portaal    Biologie
Herpetologie

Uiterlijke kenmerken

De breedvoorhoofdkrokodil is een van de kleinste soorten krokodillen, het grootste exemplaar dat werd gevangen was 1,9 meter inclusief staart. De krokodil heeft een zeer dik pantser, met name op de rug, de staart en in de nek. De wetenschappelijke naam verwijst hiernaar: de geslachtsnaam betekent benige (osteon) snuit (laimos), de soortnaam tetraspis verwijst naar de vier (tetra) beenplaten (aspis) aan de achterzijde van de nek. Ook de buik is voorzien van stevige benige schubben die het stevige pantser completeren.

De krokodil heeft relatief grote ogen, een smalle kop en korte snuit, die enigszins omhoog is gekromd. Oudere exemplaren zijn egaal donkerbruin tot zwart gekleurd, de buik is geelachtig en heeft vele zwarte vlekken. De juvenielen hebben meestal gele vlekken op het lichaam en zwarte stippen op de keel en onderzijde van de flanken, evenals een lichtere bruine bandering, vooral op de staart.

De breedvoorhoofdkrokodil heeft 5 rijen voortanden en 12 tot 13 rijen tanden in de bovenkaak en 14 of 15 rijen kiezen in de onderkaak en heeft totaal dus 60 tot 64 tanden.[4]

Verspreiding en habitat

De breedvoorhoofdkrokodil komt voor in westelijk en centraal Afrika: in de landen Angola, Benin, Burkina Faso, Congo-Kinshasa, Equatoriaal-Guinea, Gabon, Gambia, Ghana, Guinee, Guinee-Bissau, Centraal-Afrikaanse Republiek, Ivoorkust, Kameroen, Liberia, Mali, Nigeria, Senegal, Sierra Leone, Togo en Oeganda.

De habitat bestaat uit langzaam stromende wateren in moerassen en rivieren, voornamelijk in dichtbegroeide gebieden als bossen. Andere krokodilachtigen leven juist in meer open gebieden en het verschil in habitat wordt veroorzaakt door de geringe lengte van de breedvoorhoofdkrokodil. Hierdoor is hij prooi van grotere krokodillen en blijft zo bij deze soorten uit de buurt. Er wordt vaak een soort hol gegraven in de oever waarvan de opening soms onder water zit, hier schuilt de krokodil overdag om 's nachts actief te worden.

Voortplanting

De vrouwtjes zetten de eieren, meestal 10 tot hooguit 20, af in een nest en bewaken dit tot de jongen al piepend uitkomen waarna de moeder ze uitgraaft. De kleine krokodillen zijn al 30 centimeter lang als ze uit het ei kruipen.

Voedsel, vijanden en bedreigingen

Een exemplaar in een dierentuin (Bristol Zoo)

Het voedsel bestaat uit kleine vissen, amfibieën, kreeftachtigen, kleine reptielen en waarschijnlijk ook op het land levende dieren. Tijdens het droge seizoen, als er weinig vis in de rivieren zit, eet de krokodil voornamelijk kreeftachtigen. Echter ook fruit wordt gegeten wat uitzonderlijk is voor krokodilachtigen. Juvenielen en met name de net uit het ei gekropen jongen eten voornamelijk insecten en wormen. Later gaan ze wat grotere prooien eten als kikkers, kikkervisjes en kleine vissen.[4]

De eitjes en zeer jonge krokodillen worden voornamelijk gepredeerd door vogels, rovende zoogdieren, oudere exemplaren hebben voornamelijk de veel algemenere nijlkrokodil (Crocydylus niloticus) en de pantserkrokodil (Crocodylus cataphractus) als voornaamste natuurlijke predatoren.

De mens is echter de belangrijkste vijand, de breedvoorhoofdkrokodil werd voor de Europese kolonisatie van het natuurlijke leefgebied vooral gevangen om het vlees, later werd de soort vooral gedood om de huid voor de vervaardiging van krokodillenleer, hoewel de kwaliteit van de huid niet als bijzonder hoog bekendstaat. In sommige landen, zoals Nigeria, wordt er tegenwoordig nog steeds jacht gemaakt op de krokodil en is het de meest bedreigde soort van alle reptielen. Van alle krokodilachtigen wordt deze soort vanwege de 'geringe' lengte het vaakst aangeboden als huisdier.

De breedvoorhoofdkrokodil wordt beschouwd als kwetsbaar, en zijn zo'n 25.000 tot 100.000 exemplaren in het wild, maar in een aantal streken is het niet precies duidelijk hoe het gaat met de populaties.

Naamgeving en taxonomie

De soort werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Edward Drinker Cope in 1861. De soortaanduiding tetraspis betekent vrij vertaald 'vijfschildig'; tetra = vijf en aspis = schild.

Er worden twee ondersoorten erkend, die verschillen in het uiterlijk en het verspreidingsgebied.

  • Ondersoort Osteolaemus tetraspis tetraspis
  • Ondersoort Osteolaemus tetraspis osborni

Bronvermelding

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.