Bosratelslang
De bosratelslang (Crotalus horridus atricaudatus) is een slang uit de familie adders (Viperidae), onderfamilie groefkopadders (Crotalinae).[1]
Bosratelslang | ||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | ||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||
Ondersoort | ||||||||||||||||||||
Crotalus horridus atricaudatus Latreille, 1802 | ||||||||||||||||||||
Afbeeldingen op | ||||||||||||||||||||
Bosratelslang op | ||||||||||||||||||||
|
De ondersoort werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Pierre André Latreille in 1802. Het is een bekende ondersoort van de gewone ratelslang (Crotalus horridus), en wordt soms wel als volwaardige soort gezien. Door andere auteurs wordt de (onder)soort echter niet meer erkend.
Uiterlijke kenmerken
Vrouwtjes worden aanzienlijk groter dan mannetjes, de maximale lichaamslengte is bijna twee meter, maar veel exemplaren worden niet groter dan 1,5 meter.[2] De slang kent een grote variëteit aan kleuren en patronen; sommige tekeningen lijken op die van de diamantratelslang; licht omzoomde ruiten op de rug, maar de algemene vorm is een grijze tot lichtbruine basiskleur en brede V-vormige strepen op het midden van de rug. Over het midden loopt een bruine tot rode streep die ook weer aan de diamantratelslang doet denken. De kop is breed en driehoekig met de bekende zintuiglijke groeven aan de voorzijde van de kop.
Verspreiding en habitat
Deze ratelslang komt voor in het midden van de Verenigde Staten; in Louisiana, Mississippi, South Carolina en noordelijk Florida. De habitat bestaat uit laaglanden en in vochtige bossen en bosranden, meestal bij water maar ook in gebieden met palmbomen. Omdat ze graag in de buurt van water vertoeven, komen ze met name voor langs de stroomgebieden van de rivieren Trinity, Neches, en Angelina, waar ze overdag meestal tussen de bosjes liggen opgerold en tijdens de schemering ontwaken en op jacht gaan.
Levenswijze
De bosratelslang leeft van kleine zoogdieren zoals ratten, maar ook reptielen en vogels, waarvan hij ook de nesten leeg rooft. Het gif van de slang tast het bloed en de weefsels aan doordat er hemolytische enzymen in zitten die hemoglobine (de ijzerbindende stof in ons bloed) afbreken. Hierdoor kan een scala aan symptomen ontstaan, meestal plaatselijke weefselafsterving, bloedingen en misselijkheid, maar uiteindelijk ook de dood.
De slang is eierlevendbarend; de eieren ontwikkelen zich in het moederlichaam. Als de jongen geboren worden zijn ze al zo'n 40 centimeter lang. Na enkele jaren zijn ze volwassen, bij vrouwtjes kan dit oplopen naar negen jaar.[2]
Bronvermelding
Bronnen, noten en/of referenties
|