Austin Motor Company

Austin was van 1905 tot 1987 een Brits automerk, oorspronkelijk van The Austin Motor Company Ltd. in Longbridge, Birmingham, Engeland. Het merk fuseerde met Morris in 1952 tot de British Motor Corporation (BMC), die in 1968 fuseerde met Leyland Motors tot British Leyland (BL), dat in 1982 werd omgevormd tot de Austin-Rover Group.

Motorkapornament
Austin Motors showroom, Long Acre, London, circa 1910
Een Austin 16 uit 1934 (1 mei 2006)
Interieur van de Austin 16 (1 mei 2006)
Austin Ten
Austin Mini
Austin Montego

Geschiedenis

Herbert Austin werd in 1866 als boerenzoon geboren in Little Missenden in Buckinghamshire. Met een oom trok hij naar Australië, waar hij werkte als leerling in de metaalgieterij. Later ontmoette hij in Australië Frederick York Wolseley. Wolseley was onder de indruk van de Brit en leende hem geld. In zijn leerlingsjaren had hij een behoorlijke technische ervaring en ontwikkelde een tondeuse voor het schapenscheren. Nadat hij daar een aantal octrooien op had gekregen ging hij in 1893 terug naar het Verenigd Koninkrijk. Hij was toen al getrouwd met een Australische, met wie hij drie kinderen had.

In de fabriek van de met hem meegekomen Wolseley in Birmingham vervaardigde men scheermachines, werktuigen voor in de fabriek en fietsen. In 1895 construeerde Austin een automobiel, de eerste Wolseley. Het was min of meer een gemotoriseerde driewielige fiets. Hij verliet de Wolseley Motor Company en richtte in 1905 zijn eigen Austin Motor Company op. In het jaar 1906 maakte hij 100 auto's en in 1914 had hij 2000 werknemers en maakte al meer dan 1000 auto's per jaar. In 1922 werd de eerste Austin Seven gemaakt. Deze auto werd in licentie gemaakt door onder meer het Duitse BMW, het Franse Rosengart, het Japanse Datsun en het Amerikaanse Bantam. Van 1919 tot 1924 zetelde Austin in het Lagerhuis. Hij kreeg in 1936 de titel van Baron Austin of Longbridge in the City of Birmingham. Hij overleed in 1941.

Na de oorlog werd Leonard Lord directeur van het bedrijf. Men bouwde onder meer verschillende varianten A40 (viercilinder, 1200 cc) en A60 (viercilinder, 1622 cc), die vrij populair waren in die tijd. In 1952 werd Austin op initiatief van Lord eigenaar van het automerk Donald Healey. De productie werd verplaatst van Warwick naar de Austin-fabriek in Longbridge. Onder de merknaam Austin-Healey werden sportieve auto's geproduceerd tot 1972.

Na de dreigende energiecrisis - door de Suezcrisis in 1956 - vroeg Lord aan Alec Issigonis, de geestelijke vader van de Morris Minor, een zuinige kleine auto te ontwerpen. Dit werd de Mini, verkocht bij Austin als de Austin Seven. De ideeën die bij deze auto werden opgedaan, zoals de voorwielaandrijving en de dwars geplaatste motor, werden overgenomen in de grotere Austin 1100, Austin 1800, de Maxi en later ook de Allegro en Metro.

Toen in 1982 van het eens zo grote British Leyland eigenlijk niets meer over was, werd deze hernoemd in de Austin-Rover Group. Austin diende in deze constructie als 'budgetmerk', maar aanhoudende kwaliteitsproblemen deden het merk de das om. De laatste Austin liep in 1987 van de band. De Maestro en Metro gingen verder als MG en Rover. De fabriek in Longbridge bleef in bedrijf tot het faillissement van Rover in 2005. Het was toen nog de enige Roverfabriek.

Geproduceerde typen

Austin als merknaam stopte in 1987, geen van bovenstaande auto's wordt nog gemaakt.
Vele van deze zijn in handen van verzamelaars.

Zie de categorie Austin vehicles van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.