Arthur Harris
Arthur Travers Harris (Cheltenham, 13 april 1892 – Henley-on-Thames, 5 april 1984) was een Brits luchtmaarschalk. Zijn bijnaam 'Bomber Harris' dankt hij aan zijn tactiek van tapijtbombardementen op Duitse steden in de Tweede Wereldoorlog.
Arthur Harris
| ||||
Sir Arthur Harris | ||||
Bijnaam | 'Bomber Harris' | |||
Geboren | 13 april 1892 Cheltenham | |||
Overleden | 5 april 1984 Henley-on-Thames | |||
Rustplaats | Burntwood cemetery, Goring[1] | |||
Land/zijde | ||||
Onderdeel | ||||
Dienstjaren | 1914 – 1946 | |||
Rang | ||||
Bevel | RAF Bomber Command RAF-groep nr. 5 RAF-groep nr. 4 RAF Pembroke Dock No. 210 Squadron RAF No. 58 Squadron RAF No. 45 Squadron RAF No. 31 Squadron RAF No. 50 Squadron RAF No. 44 Squadron RAF No. 191 Squadron RAF | |||
Slagen/oorlogen | Eerste Wereldoorlog
| |||
Onderscheidingen | Zie decoraties | |||
|
Jeugdjaren
Tijdens het verlof van zijn ouders in 1892 in Brits-Indië, werd Harris geboren in Cheltenham. Harris kreeg zijn opleiding aan de All Hallows School in Dorset en op zijn zestiende ging hij naar Rhodesië, waar hij zijn geluk beproefde.
Eerste Wereldoorlog
Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in 1914 ging hij in dienst bij het First Rhodesian Regiment en diende in Zuid-Afrika en het veroverde Duits-Zuidwest-Afrika (tegenwoordig Namibië).
In 1915 keerde hij terug naar Engeland en ging hij in dienst bij het Royal Flying Corps. Hij werd vluchtcommandant en vocht in Frankrijk.
De tussenjaren
Na de Eerste Wereldoorlog bleef Harris bij de Royal Air Force en werd hij voornamelijk ingezet in Brits-Indië en het Midden-Oosten, waar lokale opstanden onder meer met bombardementen bestreden werden.
Tweede Wereldoorlog
Arthur Harris steeg snel in de rangen van de RAF. In 1941 werd hij benoemd tot 'Air Marshal' en kreeg in februari 1942 het commando over 'Bomber Command'.
In 1942 nam het Britse kabinet het besluit om 'strategische bombardementen' op Duitsland uit te voeren. Het doel was het moreel van de Duitse bevolking te breken door de vernietiging van de huizen van de Duitse arbeiders en het uitschakelen van de Duitse oorlogsindustrie. Duitsland had voor 1942 al grote bombardementen uitgevoerd op Warschau, Rotterdam, Londen en Coventry.
In het najaar van 1943 besloot Harris, als leider van het Britse Bomber Command om alle aandacht te concentreren op de Duitse hoofdstad. We kunnen Berlijn compleet te gronde richten als de luchtmacht van de VS meedoet. Het kost ons vier -tot vijfhonderd vliegtuigen. Het kost Duitsland de oorlog., schreef 'Bomber Harris' letterlijk aan zijn opperste chef. Winston Churchill was hiervan diep onder de indruk en in de nacht van 18 november 1943 werd de stad gebombardeerd door een luchtvloot van bijna vierhonderdvijftig bommenwerpers. Vier dagen later werd dit herhaald met ruim zevenhonderdvijftig toestellen.
De grootste strategische bombardementen op Duitsland waren:
- Bombardement op Keulen, 30-31 mei 1942 (Tausendbombernacht genoemd)
- Bombardement op Hamburg, 24 juli - 3 augustus 1943
- Bombardement op Dresden, 13-14 februari 1945
De bombardementen op Hamburg en Dresden leidden tot een vuurstorm, waarbij temperaturen van 800°C werden bereikt en windsnelheden van 240 km/h. De vuurstorm van Dresden kostte in één nacht aan minstens 25.000 mensen het leven.
Harris was van mening dat Duitsland alleen met bombardementen op de knieën te krijgen was. Dit is uiteindelijk niet gelukt. Met name het bombardement op Dresden wordt in brede kring gezien als oorlogsmisdaad omdat het erop gericht was om zoveel mogelijk burgerslachtoffers te maken. Harris ontving de Amerikaanse Army Distinguished Service Medal.
Naoorlogse jaren
In de eerste naoorlogse Britse regering was er enige ongerustheid over het niveau van de vernietiging, dat was ontstaan tijdens de gerichte bombardementen op Duitse steden op het einde van de oorlog. Toch werd Harris in 1946 Marshal of the Royal Air Force (hoogste rang bij de RAF) en ook lid van The most Honourable Order of the Bath tot aan zijn pensioen op 15 september 1946. Hij schreef zijn verhaal over de prestaties rond de luchtaanvallen in het boek Bomber Offensive. In dit boek schreef hij, met betrekking tot Dresden, "Ik weet dat de vernietiging van zo’n grote en prachtige stad in dit late stadium van de oorlog als overbodig werd beschouwd, zelfs door een groot aantal mensen die toegaven dat eerdere aanslagen volledig gerechtvaardigd waren als elke andere handeling tijdens de oorlog. Hier zal ik alleen maar over zeggen dat de aanval op Dresden op dat moment beschouwd werd als een militaire noodzaak volgens veel belangrijkere mensen dan ik. " De bemanningen van deze luchtaanvallen werden geweigerd voor een aparte medaille (ondanks het feit dat ze in aanmerking kwamen voor de Air Crew Europe Star en de France and Germany Star). Door deze belediging van zijn mannen, weigerde Harris in adelstand verheven te worden (de enige bevelhebber die niet verheven is in de adelstand in 1946). Teleurgesteld door de kritiek op zijn manier van werken, verhuisde Harris naar Zuid-Afrika in 1948 en werd daar manager van de South-African Marine Corporation (Safmarine) tot 1953.
In 1953, toen Churchill opnieuw premier werd, stond hij erop dat Harris een baronetschap aanvaardde, waarna hij Baronet werd. In datzelfde jaar keerde hij terug naar het Verenigd Koninkrijk en verbleef de rest van zijn leven in Goring-on-Thames, in The Ferry House.
Militaire loopbaan
- Private: 20 oktober 1914[2]
- Second lieutenant: 6 november 1915[3]
- Flying officer: 29 januari 1916[4]
- Captain:
- Major: 1 januari 1918[5]
- Wing Commander: 1 juli 1927[6]
- Group Captain: 30 juni 1933[7]
- Air Commodore: 2 juli 1937[8]
- Air Vice Marshal: 1 juli 1939[9]
- Waarnemend Air Marshal: 1 juni 1941[10]
- Tijdelijk Air Chief Marshal: 1 december 1942[11]
- Waarnemend Air Chief Marshal: 18 maart 1943[12]
- Air Chief Marshal: 1 januari 1944[13]
- Marshal of the Royal Air Force: 1 januari 1946[14]
Decoraties
- Baronet op 13 februari 1953
- Air Force Cross (Verenigd Koninkrijk) op 2 november 1918[15]
- Lid in de Orde van het Britse Rijk (MBE) op 3 juni 1927[16]
- Lid in de Orde van het Bad (CB) op 11 juli 1940[17]
- Orde van Soevorov, 1e klasse op 19 februari 1944[17][18]
- Commandeur in de Orde van het Bad (KCB/DCB) op 11 juni 1942[17][19]
- Chief Commander in het Legioen van Verdienste (Verenigde Staten) op 30 januari 1945[17][20]
- Officier in de Orde Polonia Restituta op 12 juni 1945[17][21]
- Grootkruis in de Orde van het Bad (GCB) op 14 juni 1945[17][22]
- Grootkruis in de Orde van het Zuiderkruis op 13 november 1945[17][23]
- Grootofficier in het Legioen van Eer in 1945[17]
- Croix de guerre (1939-1945) met Palm[17]
- Distinguished Service Medal (Verenigd Koninkrijk) op 14 juni 1946[17][24]
- 1939-1945 Ster[17]
- Frankrijk en Duitsland Ster[17]
- Defensiemedaille 1939-1945[17]
- War Medal 1939-1945[17]
- Hij werd tweemaal genoemd in de Dagorders. Dat gebeurde op:
Zie de categorie Arthur Travers Harris van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp. |