Arrauschildpad

De arrauschildpad[2] (Podocnemis expansa) is een schildpad uit de familie Podocnemididae.[3]

Arrauschildpad
IUCN-status: van bescherming afhankelijk (LR/CD)[1] (1996)
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Orde:Testudines (Schildpadden)
Onderorde:Pleurodira (Halswenders)
Familie:Podocnemididae
Geslacht:Podocnemis
Soort
Podocnemis expansa
(Schweigger, 1812)
Verspreidingsgebied van de arrauschildpad
Afbeeldingen op Wikimedia Commons
Arrauschildpad op Wikispecies
Portaal    Biologie
Herpetologie

De soort werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door August Friedrich Schweigger in 1812. Oorspronkelijk werd de wetenschappelijke naam Emys expansa gebruikt. De soortaanduiding expansa betekent vrij vertaald 'zich verspreidend' en is afgeleid van het Latijnse 'expando'.

Voorkomen

Hoewel de betekenis van het woord arrau in de gebieden waar deze soort voorkomt ook schildpad is, wordt de Nederlandse naam algemeen gebruikt. De schildpad komt voor in de landen Colombia, Venezuela, Guyana, Ecuador, Brazilië, Peru en Bolivia, dus in het noordelijke deel van Zuid-Amerika, en met name in de stroomgebieden van de rivieren Orinoco en Amazone.

Uiterlijke kenmerken

De schildkleur is grijsgroen tot zwart en hangt deels af van de algen die erop groeien, de schildranden zijn met name bij jonge dieren lichter. Het schild is zeer plat met een iets verhoogd middendeel, ook heeft de schildpad een zeer dikke kop en grote ogen en meestal grijze tot witte huid.
Oudere dieren hebben vanwege de lengte vrijwel geen vijanden meer, de vrouwtjes worden ongeveer 80 tot 90 centimeter lang en 45 kilo zwaar, er zijn niet veel dieren die zo'n grote schildpad aankunnen. Het record staat op ruim een meter (107 cm), waarmee het de grootste soort moerasschildpad van Zuid-Amerika is.[4] Alle grotere exemplaren zijn vrouwtjes, mannetjes blijven veel kleiner rond de 40 tot 50 cm.

Algemeen

Het voedsel bestaat voornamelijk uit planten die in het water gegeten worden, op het land komt deze soort niet graag omdat de schildpad daar weerloos is tegen vijanden. Het vrouwtje legt relatief veel eieren, tot wel 40, maar van de jongen wordt het grootste deel binnen korte tijd opgegeten door de vele predatoren. Zoals alle schildpadden uit de onderorde halswenders (Pleurodira) kan de nek niet volledig onder het schild teruggetrokken worden, maar wordt deze zijdelings onder het schild geborgen.

In juli 2006 werden er in Blijdorp 10 arrauschildpadjes geboren.[5]

Bronvermelding

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.