Alfred Van der Hallen

Alfred Van der Hallen (Lier, 29 november 1901[1]- Mortsel, 6 december 1975) was een een Belgisch ambtenaar en politicus voor het VNV.

Alfred Van der Hallen
Volledige naamAlfred Van der Hallen
GeborenLier, 29 november 1901
OverledenMortsel, 6 december 1975
Kieskring Mechelen
Regio Vlaanderen
Land België
PartijVNV
Functies
1941 - 1944Gemeenteraadslid Lier
1941 - 1944Burgemeester Lier
Portaal    Politiek

Levensloop

Hij was de broer van de auteurs en dichters Ernest en Oscar Van der Hallen. Hij doorliep zijn secundair onderwijs aan het Sint-Gummaruscollege te Lier. Over zijn jeugdjaren tijdens de Eerste Wereldoorlog schreef hij later onder het pseudoniem Arthur van Maesbergh de semi-autobiografische collegeroman "De Lichte Tuin". Tijdens het interbellum werd hij politiek actief binnen de Vlaams-nationalistische beweging. Eerst bij de plaatselijke afdeling van het Vlaamsche Front, vervolgens in de KVV en ten slotte het VNV. Hij stelde hij zich echter nooit kandidaat bij de verkiezingen voor deze partijen, wel was hij actief als koorleider bij het aan de Vlaams-nationalistische zuil verbonden koor "T'En Zal". Beroepshalve was hij actief als ambtenaar bij het Provinciaal Technisch Onderwijs en een van de belangrijkste medewerkers van Antwerps gedeputeerde Constant Clerckx.

Toen de Lierse burgemeester Joseph Van Cauwenbergh (UCB) tijdens de Tweede Wereldoorlog in 1941 gedwongen werd tot ontslag door de Duitse bezetter op basis van de ouderdomsverordening (Überalterungsverordnung) van 7 maart 1941, werd Van der Hallen aangezocht door enkele Vlaams-nationalistische prominenten zoals August Borms om de functie van burgemeester op zich te nemen. Na aanvankelijke weigeringen aanvaardde hij het aanbod in de herfst van 1941 en volgde hij op 25 oktober 1941 waarnemend burgemeester Frans Raats (UCB) op. Andere namen die circuleerden voor het mandaat van burgemeester waren onder andere die van vnv’er en voormalig katholiek Jef Muys uit Bornem en de Lierse ss-leider Fons Lanens.

De aanstelling van Van der Hallen en de ontbinding van de gemeenteraad werden gevolgd door het ontslag van twee schepenen. Schepen van Openbare Werken Georges De Strijcker moest op 1 juli 1941 aftreden omwille van de Überalterungsverordnung en later volgde het gedwongen ontslag en ambtsverbod opgelegd door de Militärverwaltung aan Frans Raats na een conflict met de Unie van Hand- en Geestesarbeiders (UHGA) omdat hij - aldus de UHGA-voorzitter van Lier - de overname van het ACV door de UHGA zou gesaboteerd hebben. Aanvankelijk werd De Strijcker opgevolgd door het liberale gemeenteraadslid Ceulemans, die de functie bijna een jaar zou bekleden tot 1 mei 1942. Vervolgens benoemde secretariaat-generaal van Binnenlandse Zaken Gérard Romsée partijgenoot Frans De Jong (VNV). Raats zou vervolgens vervangen worden door Lode Van de Zande (DeVlag). Hierdoor behaalde Van der Hallen een volstrekte meerderheid binnen het college ten opzichte van de twee overblijvende Katholieke schepenen, wat hem een aanzienlijke handelingsvrijheid als burgemeester opleverde.

Eén van zijn belangrijkste wapenfeiten als oorlogsburgemeester was de uitgebreide plechtigheid die hij op 5 juli namens de stad Lier organiseerde voor de befaamde Lierse schrijver Felix Timmermans, ter ere van de Duitse culturele Rembrandt-prijs die deze had gewonnen. De politieke uitbuiting van deze gebeurtenis door de collaborerende partijen zou Timmermans na de bevrijding zwaar worden aangerekend. Een bijzondere opvallendheid in Van der Hallens beleid was de benoemingsdrift voor gelijkgestemden en de politieke tussenkomsten ten baatte van hen. Een typerend voorbeeld hiervan was de ondervraging van een politieagent die hij bedreigde met deportatie naar een gevangenenkamp en zelfs met de doodstraf omwille van een arrestatie in de nacht van 10 op 11 april 1943 van een grote groep jongeren van de Nationaal-Socialistische Jeugd Vlaanderen (NSJV) die met witte verf of kalk op straten en muren slogans hadden aangebracht als “VNV Houzee” of “Wij Zijn de Revolutie! Arbeiders sluit aan!”. Van der Hallen bleef burgemeester tot 4 september 1944 oorlogsburgemeester, vervolgens vluchtte hij naar aanleiding van de bevrijding van België en de daaropvolgende repressie.

Onder andere zijn hulp bij een Gestapo-actie tegen het Lierse verzet werd hem bijzonder zwaar aangerekend. zoals ook bleek uit de doodstraf die tegen hem bij verstek werd uitgesproken op 18 oktober 1945. Na verscheidene jaren als onderduiker te hebben doorgebracht vestigde hij zich in 's-Hertogenbosch. Hij hield gedurende deze ganse periode een uitgebreid dagboek bij waarin hij terugblikte op zijn jaren als oorlogsburgemeester en zijn situatie als onderduiker beschreef. Twintig jaar later zou hij definitief terugkeren naar België, waar hij zijn laatste jaren doorbracht te Mortsel.

Bibliografie

  • De Lichte Tuin
Voorganger:
Frans Raats
Waarnemend burgemeester van Lier
1941 - 1944
Opvolger:
Joseph Van Cauwenbergh
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.