< Plato
Plato

De Menexenus (Μενέξενος in het Oudrieks) is een korte dialoog van Plato. Hij werd waarschijnlijk geschreven kort na 387 v.Chr, in dezelfde periode als de Gorgias.

In deze tekst valt Socrates de retoriek aan. De dialoog begint met een gesprek tussen Socrates en de jonge Menexenus die zich voorbereidt om zijn debuut te maken in het openbare leven. Socrates brengt op een ironische manier 'hulde' aan de welsprekendheid, en vooral aan de epitaphioi, toespraken ter ere van gesneuvelde soldaten. Socrates zelf reciteert een grafrede, die volgens hem afkomstig is van Aspasia, zijn lerares in de in de retoriek en levensgezellin van Pericles. Deze redevoering vormt de kern van de dialoog.

Deze dialoog completeert de Gorgias die eveneens de rol van de welsprekendheid in de politiek en in het gerecht aanpakt. Het leidt echter niet tot een inzicht of les, maar lijkt opgevat te zijn als een pastiche of parodie die de leegheid van de epitaphioi blootlegt. Iedereen met wat slimheid kan zich op dit soort 'trucs' beroepen om gelijk wat aan te tonen. Hiermee brengt Plato bij monde van Socrates de hele activiteit van bombastische retoriek in diskrediet. Socrates' toespraak zit vol historische onnauwkeurigheden en inconsistenties, waarvan een van de opvallendste de vermelding is van de vrede van Antalcidas, die in werkelijkheid meer dan 10 jaar na de dood van Socrates werd gesloten.

This article is issued from Wikibooks. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.