zwieperd

Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
  • zwie·perd
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van zwiepen met het achtervoegsel -erd
enkelvoud meervoud
naamwoord zwieperd zwieperds
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

zwieperd m [1]

  1. forse zwaai, zwieper

Gangbaarheid
  • Het woord 'zwieperd' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.