zwaai uit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zwaai uit    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈzwaj ˈœyt/
Woordafbreking
  • zwaai uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitzwaaien

zwaai (…) uit

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzwaaien
    • Ik zwaai uit. 
  2. gebiedende wijs van uitzwaaien
    • Zwaai uit! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzwaaien
    • Zwaai je uit? 

Gangbaarheid

  • Het woord zwaai uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.