zoomlinse

En zoomlinse.
Een zoomlens.

Noors
Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈsuːmlinsə /
Woordafbreking
  • zoom·lin·se
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van zoom en linse
Naar frequentie 153688
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   zoomlinse     zoomlinsen
zoomlinsa  		   zoomlinser     zoomlinsene  
genitief   zoomlinses     zoomlinsens
zoomlinsas  		   zoomlinsers     zoomlinsenes  

Zelfstandig naamwoord

zoomlinse, m / v

  1. (fotografie) zoomlens
  1. «Bildene er tatt med zoomlinse.»
    De foto's zijn genomen met een zoomlens.
Synoniemen
  • zoomobjektiv
Verwante begrippen


Nynorsk
Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈsuːmlinsə /
Woordafbreking
  • zoom·lin·se
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van zoom en linse
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   zoomlinse     zoomlinsa     zoomlinser     zoomlinsene  

Zelfstandig naamwoord

zoomlinse, v

  1. (fotografie) zoomlens
Synoniemen
  • zoomobjektiv
Verwante begrippen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.