zinderend
Nederlands
Woordafbreking
- zin·de·rend
Werkwoord
vervoeging van |
---|
zinderen |
zinderend
- onvoltooid deelwoord van zinderen
- Het was natuurlijk zwoel, het was zinderend, het was prachtig. Af en toe ook aangrijpend, ontroerend, verrassend en soms een beetje onbegrijpelijk. [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | zinderend | zinderender | zinderendst |
verbogen | zinderende | zinderendere | zinderendste |
partitief | zinderends | zinderenders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
zinderend
- op een prettige manier spannend
- De jonge sporters speelden talloze potjes tegen elkaar bij Blauw Zwart, om uiteindelijk middels een zinderende finale te bepalen wie zich het komend jaar schoolkorfbalkampioen van de gemeente Wierden mag noemen. [2]
- In het Topsportcentrum in Rotterdam zegevierde het team van bondscoach Jamie Morrison na een zinderende wedstrijd met 3-2 tegen de Europees kampioen. De setstanden waren 15-25, 19-25, 29-27, 25-17 en 20-18. Oranje overleefde vier matchpoints. [3]
Gangbaarheid
- Het woord zinderend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zinderend' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Tubantia T. Tates 20 augustus 2018 Yvon Jaspers: Liefdeszoektocht nieuwe boeren 'zwoel en verrassend'
- Tubantia J. de Kleine 24 april 2018 Mariaschool en Morgenster beste bij Schoolkorfbal Wierden
- Tubantia 7 juni 2018 Volleybalsters ontsnappen tegen sterk Servië na zinderend duel
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.