zijspan
Nederlands
Woordafbreking
- zij·span
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zijspan | zijspannen |
verkleinwoord | zijspannetje | zijspannetjes |
Zelfstandig naamwoord
zijspan o
- (verkeer) karretje dat naast een motorfiets bevestigd is voor het vervoer van een passagier
- Hij reed een motor met zijspan.
Vertalingen
1. karretje dat naast een motorfiets bevestigd is voor het vervoer van een passagier
Gangbaarheid
- Het woord zijspan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zijspan' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.