zijspan

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zijspan    (hulp, bestand)
  • IPA: /'zɛɪspɑn/
Woordafbreking
  • zij·span
enkelvoud meervoud
naamwoord zijspan zijspannen
verkleinwoord zijspannetje zijspannetjes

Zelfstandig naamwoord

zijspan o

  1. (verkeer) karretje dat naast een motorfiets bevestigd is voor het vervoer van een passagier
    • Hij reed een motor met zijspan. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord zijspan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.