zijkapel

Nederlands

zijkapel
Uitspraak
Woordafbreking
  • zij·ka·pel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zijkapel zijkapellen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

zijkapel v/m [1]

  1. een kleine gebedsruimte aan de zijkant van een kerkgebouw
    • In een zijkapel heeft Toorop een aantal beeldschone, etherische blauwe tegeltableaus gemaakt waarop zijn vrouw, zijn dochter Charley en hijzelf – als geest – figureren. [2] 
    • Tijdens de uitvoering van Spire kan het publiek van de ene sonische ervaring naar de andere wandelen. In Genève speelde Jeck bijvoorbeeld in de crypte van de kerk en Fennesz in een kleine zijkapel. De geluiden die de omgeving bedoeld of onbedoeld toevoegt, zijn onderdeel van de muzikale beleving. [3] 
    • Om half zes ’s avonds bezoek ik de evensong van de parochianen van de kathedraal van Winchester, voorheen de hoofdstad van Engeland. Het mooiste onderdeel van ’s werelds langste middeleeuwse kathedraal is het retrochoir, nog achter het koor, 170 meter van de hoofdingang. Alleen al de tegelvloer uit 1260 is de reis waard. Ik nam plaats in een twaalfde-eeuwse zijkapel, omdat het retrochoir bij optredens gesloten is voor toeristen. Ik was de enige toehoorder. [4] 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord zijkapel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
90 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Tracy Metz 6 januari 2011 Geloofshuis moet weer jubelen
  3. NRC Saskia Du Bois 23 juni 2006 Bij een orgel moet je niet te veel aan religie denken
  4. NRC Michiel Hegener 17 februari 2007 Een kathedraal voor jezelf
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.