zijdehoen

Nederlands
Uitspraak
  • Geluid:  zijdehoen    (hulp, bestand)
  • IPA: / ˈzɛidəˌhun /
Woordafbreking
  • zij·de·hoen
Woordherkomst en -opbouw
  • samenstelling van  zijde zn "soort zachte stof"  en  hoen zn "soort vogel" , omdat het zachte verenkleed aan zijde doet denken [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord zijdehoen zijdehoenders
zijdehoenderen
verkleinwoord zijdehoentje zijdehoentjes

Zelfstandig naamwoord

zijdehoen o

  1. (vogels) bepaald ras van sierkippen Gallus gallus domesticus brisson
  2. (vogels) benaming voor bepaald soort waterhoen, Rallus aquaticus , meestal waterral genoemd
  • 1. zijdehoen (soort sierkip)
  • 2. zijdehoen (waterral)
Synoniemen
  • [1] morenhoender, negerhoen
  • [2] fluweelhoen, waterral

Gangbaarheid
  • Het woord 'zijdehoen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.