zigeunervrouw
Nederlands
Woordafbreking
- zi·geu·ner·vrouw
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zigeuner en vrouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zigeunervrouw | zigeunervrouwen |
verkleinwoord | zigeunervrouwtje | zigeunervrouwtjes |
Zelfstandig naamwoord
zigeunervrouw v
- een vrouw die deel uitmaakt van een zigeunerfamilie
- De zigeunervrouw leefde in armoede.
Vertalingen
1. een vrouw die deel uitmaakt van een zigeunerfamilie
Gangbaarheid
- Het woord zigeunervrouw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.