zigeuner
Nederlands
Woordafbreking
- zi·geu·ner
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zigeuner | zigeuners |
verkleinwoord | zigeunertje | zigeunertjes |
Zelfstandig naamwoord
zigeuner m
- iemand die behoort tot de Sinti of Roma
- De benaming "zigeuner" wordt door de betrokkenen vaak als beledigend ervaren.
- iemand die ervoor kiest een zwervend bestaan te leiden
- Zijn leventje als zigeuner kwam ten einde en hij begon serieus aan zijn carriere te denken.
Afgeleide begrippen
|
Gangbaarheid
- Het woord zigeuner staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zigeuner' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.