ziekenhuiskamer

Een ziekenhuiskamer.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zie·ken·huis·ka·mer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ziekenhuiskamer ziekenhuiskamers
verkleinwoord ziekenhuiskamertje ziekenhuiskamertjes

Zelfstandig naamwoord

ziekenhuiskamer v/m

  1. (medisch) een kamer in een ziekenhuis
    • Vaak liggen patiënten met tweeën of vieren op een ziekenhuiskamer. 

Gangbaarheid

  • Het woord ziekenhuiskamer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.