ziekenhuiskamer
![](../I/m/Hospital_room_ubt.jpeg)
Een ziekenhuiskamer.
Nederlands
Woordafbreking
- zie·ken·huis·ka·mer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ziekenhuis en kamer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ziekenhuiskamer | ziekenhuiskamers |
verkleinwoord | ziekenhuiskamertje | ziekenhuiskamertjes |
Zelfstandig naamwoord
ziekenhuiskamer v/m
- (medisch) een kamer in een ziekenhuis
- Vaak liggen patiënten met tweeën of vieren op een ziekenhuiskamer.
Gangbaarheid
- Het woord ziekenhuiskamer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.