zevensprong
Nederlands
Woordafbreking
- ze·ven·sprong
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘oude volksdans’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1777 [1]
- samenstelling van zeven tw en sprong zn [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zevensprong | zevensprongen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
zevensprong m [3]
- kruispunt waar 7 wegen bij elkaar komen
- Voor de eerste keer in zijn leven raakt Frans verwikkeld in een echt avontuur. Samen met een lief kruidenvrouwtje, een raadselachtige magiër, een stoere brozem op brommer, het jongetje Geert-Jan en de leerlingen van de dorpsschool gaat hij op zoek naar een verborgen schat, die alleen kan worden gevonden door iemand die via de zeven wegen van de Zevensprong in het bos het Trappenhuis heeft bereikt. Daarbij natuurlijk tegengewerkt door Gr.. Gr.., de grimmige grijsaard die de oom van Geert-Jan is.[4]
- kinderliedje waarbij men tot zeven telt en met allerlei lichaamsdelen de grond aanraakt
Gangbaarheid
- Het woord zevensprong staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zevensprong' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "zevensprong" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- zevensprong op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC Titia Ketelaar 19 september 2011
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.