zeuren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zeuren    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ˈzʏː.rə(n)/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈzøː.rə(n)/
    • (Limburg): /ˈzøː.rə(n)/
Woordafbreking
  • zeu·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘zaniken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1777 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
zeuren
zeurde
gezeurd
zwak -d volledig

Werkwoord

zeuren

  1. inergatief veelvuldig en langdurig klagen over weinig belangrijke zaken
    • Hij zeurde over een paar punten verschil. 
Synoniemen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

zeuren mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord zeur

Gangbaarheid

  • Het woord zeuren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.