zetter
Nederlands
Woordafbreking
- zet·ter
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘tekstopmaker’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1567 [1]
- afgeleid van zetten met het achtervoegsel -er [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zetter | zetters |
verkleinwoord | zettertje | zettertjes |
Hyponiemen
|
Verwante begrippen
- zetster
Gangbaarheid
- Het woord zetter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zetter' herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.