zes en een half
Nederlands
Woordafbreking
- zes en een half
Hoofdtelwoord
zes en een half
- Hij heeft zes en een halve boterham op.
- Hij liep zes en een half op tien.
Opmerkingen
- Als zelfstandig naamwoord wordt zes-en-een-half aan elkaar geschreven.[1]
- Hij had voor zijn proefwerken een zes-en-een-halfje en twee zevens.
Gangbaarheid
- Het woord zes en een half staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- Twee-en-een-half / tweeëneenhalf / twee en een half / tweeënhalf op website: Taaladvies.net; geraadpleegd 2017-02-07
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.