zesenhalf

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zes·en·half
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen zesenhalf
verbogen zesenhalve

Hoofdtelwoord

zesenhalf

  1. (breukgetal) de breuk 6½; zes en een half
    • Zijn zusje is zesenhalf jaar oud. 
    • Het meet zesenhalve meter. 
Verwante begrippen
Breukgetallen in het Nederlands
halfanderhalftweeënhalfdrieënhalfvierenhalfvijfenhalfzesenhalfzevenenhalfachtenhalfnegenenhalf

Gangbaarheid

  • Het woord zesenhalf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.