zemen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zemen (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈzemə(n)/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈzemə(n)/
Woordafbreking
- ze·men
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
zemen /'zemə(n)/ |
zeemde /'zemdə/ |
gezeemd /ɣə'zemt/ |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
zemen
- overgankelijk het droogwrijven van een pas gewassen glazen oppervlak met een stuk zeemleer
- Hij zeemde de ruiten van zijn auto.
Vertalingen
1. het droogwrijven van een pas gewassen glazen oppervlak met een stuk zeemleer
stellend | |
---|---|
onverbogen | (alleen attributief) |
verbogen | zemen |
Bijvoeglijk naamwoord
zemen
- van zeemleer vervaardigd
- Heb je een zemen lap voor me?
Gangbaarheid
- Het woord zemen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zemen' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.