zeemleer
Nederlands
Woordafbreking
- zeem·leer
Woordherkomst en -opbouw
Uit Middelnederlands seemsch(e)leder, het eerste deel ontleend aan het Franse chamois (gems) [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zeemleer | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
zeemleer o
- een fijn soort zacht leer oorspronkelijk vervaardigd van gemzenhuid, later van een bepaald deel van de huid van een schaap of lam
- Tegenwoordig wordt zeemleer vaak vervangen door synthetisch materiaal met vergelijkbare eigenschappen.
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord zeemleer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zeemleer' herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
76 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.