zelfzuchtig

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zelf·zuch·tig
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen zelfzuchtigzelfzuchtigerzelfzuchtigst
verbogen zelfzuchtigezelfzuchtigerezelfzuchtigste
partitief zelfzuchtigszelfzuchtigers-

Bijvoeglijk naamwoord

zelfzuchtig

  1. gericht op het eigen voordeel
    • Hij is een zelfzuchtig persoon. Hij geeft alleen maar om zichzelf. 
Synoniemen
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord zelfzuchtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.