zegge
![](../I/m/Carex_elata.jpg)
Stijve zegge.
Nederlands
Woordafbreking
- zeg·ge
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘aanwijzing van het bedrag in letters’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1865 [1]
- In de betekenis van ‘plantengeslacht’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1578 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zegge | zeggen |
verkleinwoord | zeggetje | zeggetjes |
Zelfstandig naamwoord
zegge v/m
- (plantkunde) Carex
een geslacht van zowel bladverliezende als groenblijvende kruidachtige planten, behorend tot de cypergrassenfamilie
- Een aantal zeggesoorten worden als sierplanten in tuinen benut.
Hyponiemen
|
|
|
|
|
Vertalingen
1. Carex een geslacht van zowel bladverliezende als groenblijvende kruidachtige planten, behorend tot de cypergrassenfamilie
Bijwoord
zegge
- om precies te zijn
- Er werd een bedrag van zegge $230.- aan besteed.
- uitgesproken als
- De huurprijs bedraagt €775, zegge zevenhonderdvijfenzeventig euro.
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord zegge staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zegge' herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
70 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.