zegepralen
Nederlands
Woordafbreking
- ze·ge·pra·len
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zege en pralen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
zegepralen |
zegepraalde |
gezegepraald |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
zegepralen
- inergatief met groot vertoon een overwinning vieren
- In het Rome van de Republiek werd er regelmatig gezegepraald door bevelhebbers die terugkeerden van weer een verovering.
Gangbaarheid
- Het woord zegepralen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zegepralen' herkend door:
53 % | van de Nederlanders; |
67 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.