zegelgeld

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ze·gel·geld
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zegelgeld zegelgelden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

zegelgeld o [1]

  1. geld betaald om een document te voorzien van een zegel
    • Het zegelgeld is vorige maand verhoogd. 
  1. provisorisch geld uitgegeven is de vorm van zegels
    • In de Oostenrijkse stad Wörgl is in het interbellum een interessant experiment met zegelgeld gehouden. 

Gangbaarheid

  • Het woord zegelgeld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.