zeeziek
Nederlands
Woordafbreking
- zeeĀ·ziek
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zee en ziek
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | zeeziek | zeezieker | zeeziekst |
verbogen | zeezieke | zeeziekere | zeeziekste |
partitief | zeezieks | zeeziekers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
zeeziek
- een misselijk en beroerd gevoel hebbend door ongerelmatige beweging van een schip
- Toen pas wisten ze dat hij een zeezieke jongen was.
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord zeeziek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zeeziek' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.