zeefdoek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zeef·doek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zeefdoek -
verkleinwoord - -
enkelvoud meervoud
naamwoord zeefdoek zeefdoeken
verkleinwoord zeefdoekje zeefdoekjes

Zelfstandig naamwoord

zeefdoek

  1. o en m een vrij los weefsel dat water goed doorlaat en gebruikt kan worden als zeef
    • Bij het scheppen van papier wordt van zeefdoek gebruik gemaakt. 
  1. m een doek vervaardigd uit [1]
    • Die zeefdoek kan beter vervangen worden. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord zeefdoek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.