zatladder
Nederlands
Woordafbreking
- zat·lad·der
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zat en ladder
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zatladder | zatladders |
verkleinwoord | zatladdertje | zatladdertjes |
Zelfstandig naamwoord
zatladder m
- iemand die regelmatig te veel alcohol dringt
- De zatladder maakte de hele nacht herrie.
Gangbaarheid
- Het woord zatladder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zatladder' herkend door:
57 % | van de Nederlanders; |
33 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.