zangzaad
Nederlands
Woordafbreking
- zang·zaad
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zang en zaad [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zangzaad | zangzaden |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
zangzaad o
- een mengsel zaden, bedoeld als voer om kanaries in conditie te houden waarin zij zingen
Gangbaarheid
- Het woord zangzaad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zangzaad' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.