zangduo
Nederlands
![](../I/m/Optreden_van_het_Japanse_zangduo_The_Peanuts%2C_Bestanddeelnr_919-6259.jpg)
zangduo de Peanuts
Woordafbreking
- zang·duo
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van muziek zn en duo zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zangduo | zangduo's |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
zangduo o
- twee mensen die samen zingen
- „Ze kan er echt niet omheen, 88 jaar, maar ze ziet er nog steeds top uit. Ik ben trots op je”, schrijft Joling bij verschillende foto’s van het familiefeest in een café in Schagen, waar werd opgetreden door zangduo Saskia & Serge.[1]
- In de rubriek Hoe Gaat Het Nu Met spreekt VROUW met zangeres Suzanne Klemann, bekend van het zangduo Loïs Lane. Samen met haar zus Monique brak Suzanne door in de jaren '90.[2]
Gangbaarheid
- Het woord zangduo staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zangduo' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- de Telegraaf 24 aug. 2017
- de Telegraaf 14 jul. 2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.