zaklopen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zak·lo·pen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
zaklopen
-
-
onvolledig

Werkwoord

zaklopen

  1. (spel) een spel waarbij men zich tracht voor te bewegen met de benen in een baalzak
    • De kinderen vermaakten zich uitstekend bij het zaklopen. 

Gangbaarheid

  • Het woord zaklopen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.