zakenleven
Nederlands
Woordafbreking
- za·ken·le·ven
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zaak en leven met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zakenleven | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
zakenleven o
- de groep mensen die zich met zakendoen bezighoudt en hun activiteiten
- Hij stortte zich aanvankelijk met veel succes op het zakenleven.
Gangbaarheid
- Het woord zakenleven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zakenleven' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.