zaagbek
Nederlands
Woordafbreking
- zaag·bek
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zaag en bek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zaagbek | zaagbekken |
verkleinwoord | zaagbekje | zaagbekjes |
Zelfstandig naamwoord
zaagbek m
- één van een aantal eendensoorten uit het geslacht Mergus die voornamelijk vis eten en een gekartelde snavelrand bezitten.
- 's Winters zijn zaagbekken vaak in Nederland te zien.
Gangbaarheid
- Het woord zaagbek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zaagbek' herkend door:
78 % | van de Nederlanders; |
78 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.