zaagbek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zaagbek    (hulp, bestand)
  • IPA: /'zaɣbɛk/
Woordafbreking
  • zaag·bek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zaagbek zaagbekken
verkleinwoord zaagbekje zaagbekjes

Zelfstandig naamwoord

zaagbek m

  1. één van een aantal eendensoorten uit het geslacht Mergus die voornamelijk vis eten en een gekartelde snavelrand bezitten.
    • 's Winters zijn zaagbekken vaak in Nederland te zien. 

Gangbaarheid

  • Het woord zaagbek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
78 %van de Nederlanders;
78 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.