wulpsheid
Nederlands
Woordafbreking
- wulps·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wulpsheid | wulpsheden |
verkleinwoord | wulpsheidje | wulpsheidjes |
Zelfstandig naamwoord
wulpsheid [1]
- het wulps zijn, de zinnelijkheid
- Daartoe aangespoord door de kerkenraad, maakte de rechter aan deze 'bandeloze wulpsheden' een einde.[2]
Gangbaarheid
- Het woord 'wulpsheid' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'wulpsheid' herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.