wrok

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wrok
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘rancune’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1550 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord wrok
verkleinwoord wrokje wrokjes

Zelfstandig naamwoord

wrok m

  1. blijvend gevoel van onvrede over geleden of vermeend onrecht
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
wrokken

wrok

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wrokken
    • Ik wrok. 
  2. gebiedende wijs van wrokken
    • Wrok! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wrokken
    • Wrok je? 

Gangbaarheid

  • Het woord wrok staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.