woordspel
Nederlands
Woordafbreking
- woord·spel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van woord zn en spel zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | woordspel | woordspelen woordspellen (4) |
verkleinwoord | woordspelletje | woordspelletjes |
Zelfstandig naamwoord
woordspel o
- taalgebruik niet bedoeld voor het overbrengen van een betekenis, maar om de eigenaardigheden van de taal te laten zien of een humoristisch effect te bereiken
- taalgebruik waarbij bewust een dubbelzinnige vorm wordt gebruikt
- drogredenering door een verschil in betekenis van een term
- tijdverdrijf waarbij het erom gaat betekenisvolle lettercombinaties te vinden
Gangbaarheid
- Het woord woordspel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'woordspel' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.