wondroos
Nederlands
Woordafbreking
- wond·roos
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van wond zn en roos zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wondroos | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
wondroos v/m [2]
- (medisch) bacteriële infectie van de huid die gepaard gaat met hoge koorts en algemeen ziekte gevoel
- Cabaretier Thijs Kemperink uit Albergen is getroffen door een keelontsteking en acute wondroos, een ontsteking van de huid. De cabaretier heeft zijn drie shows voor komend weekend afgezegd. [3]
- Zijn spasme gaat gepaard met nog een aantal nare bijkomstigheden, zoals wondroos en diarree. In zijn huurhuis aan de Duithof in Dommelen heeft hij beneden een aangepast toilet. Nu hij ouder wordt en zijn lichamelijke gesteldheid achteruit gaat, heeft hij een extra toiletvoorziening boven nodig. [4]
Vertalingen
1. bacteriële infectie van de huid die gepaard gaat met hoge koorts en algemeen ziekte gevoel
|
Gangbaarheid
- Het woord wondroos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'wondroos' herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
65 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- wondroos op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Tubantia 07-12-16 Onfortuinlijke cabaretier Kemperink uit Albergen zegt shows af
- Tubantia Anneke Liebrand 14-04-17 Naar de rechter om een wc-pot: 'Toilet boven is pure noodzaak'
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.