wonderbaar
Nederlands
Woordafbreking
- won·der·baar
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘verbazingwekkend’ voor het eerst aangetroffen in 1573 [1]
- afgeleid van wonder met het achtervoegsel -baar
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | wonderbaar | wonderbaarder | wonderbaarst |
verbogen | wonderbare | wonderbaardere | wonderbaarste |
partitief | wonderbaars | wonderbaarders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
wonderbaar
- niet te geloven, als met een wonder
- Het was een wonderbaar verhaal.
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord wonderbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.