woelmuis
Nederlands
Woordafbreking
- woel·muis
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van woelen ww en muis zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | woelmuis | woelmuizen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
woelmuis v/m [2]
- Arvicolinae
muis met een dikke kop, korte staart en oren die leeft van wortels
- Volgens Bleker kunnen in dit geval regels vervallen, omdat de acht soorten waar het om gaat, bijvoorbeeld de noordse woelmuis en de meervleermuis, toch al worden beschermd. [3]
- Opvallend is dat het besmetting met het hantavirus vrijwel uitsluitend voorkomt in Twente. „We zijn een van de weinige GGD’s in Nederland waar dit speelt”, zegt Keizers. Volgens haar heeft dat te maken met de drager van het virus, de rosse woelmuis. Die komt voornamelijk in onze grensstreek voor. [4]
Gangbaarheid
- Het woord woelmuis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'woelmuis' herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.