witgeel

Nederlands

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
Woordafbreking
  • wit·geel
enkelvoud meervoud
naamwoord witgeel
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

witgeel o

  1. (kleur) een erg lichte kleur geel die dicht tegen wit aan zit
    • Het witgeel van deze afbeelding steekt scherp af tegen het blauw. 
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen witgeelwitgelerwitgeelst
verbogen witgelewitgelerewitgeelste
partitief witgeelswitgelers-

Bijvoeglijk naamwoord

witgeel

  1. witgeel hebbend als kleur
    • Hij rijdt in een witgele auto. 

Gangbaarheid

  • Het woord witgeel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.