wipkip
Nederlands
![](../I/m/Hemelrijken10a.jpg)
wipkip
Woordafbreking
- wip·kip
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van wippen zn en kip zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wipkip | wipkippen |
verkleinwoord | wipkipje | wipkipjes |
Zelfstandig naamwoord
wipkip v
- een speeltoestel dat bestaat uit een springveer met daarbovenop één tot vier zitplaatsen
- Hij was nog maar een knaapje van 4. Zijn handjes vastgeklampt aan de rand van de grote rieten mand. Rode wangen van enthousiasme en een glimlach van oor tot oor. Martijn Hoogeslag maakte ballonvaarten, terwijl andere kleuters op de wipkip speelden. [2]
- Wethouder Elferink beloofde er werk van te maken. "En dan wil ik er ook echt iets moois van maken. Het moet in elk geval meer zijn dan een wipkip." Hugo Koetsveld (SP), een van de indieners van de motie, deed de suggestie om kinderen daarover mee te laten praten. De wethouder reageerde enthousiast op dat idee. "Dat pak ik op. Het lijkt me heel leuk om een aantal ontwerpen voor te leggen aan kinderen en hen daaruit te laten kiezen." [3]
- (scheldwoord) meisje dat aanpapt met oudere mannen
Gangbaarheid
- Het woord wipkip staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'wipkip' herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
37 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- wipkip op website: Etymologiebank.nl
- Tubantia Mandy de Jong 21-09-17 Martijn (16) uit Ootmarsum is jongste ballonvaarder van Nederland
- Tubantia Jan Ankoné 31-01-18 Lot van boom bij Hengelose stadhuis is bezegeld
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.