winterslaap

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • win·ter·slaap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord winterslaap winterslapen
verkleinwoord winterslaapje winterslaapjes

Zelfstandig naamwoord

winterslaap m

  1. een toestand van hypothermie en inactiviteit bij sommige warmbloedige dieren in de winter
    • Zevenslapers houden een winterslaap die wel zeven maanden kan duren. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord winterslaap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.