winner

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • win·ner
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van winnen met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord winner winners
verkleinwoord winnertje winnertjes

Zelfstandig naamwoord

winner m [1]

  1. iemand die iets wint, een winnaar of iemand die een goed verwerft
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord winner staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
87 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
enkelvoud meervoud
winner winners

Zelfstandig naamwoord

winner

  1. winnaar
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.