wildpark
Nederlands
![](../I/m/20160816_Aardhuis1.jpg)
het enige wildpark van Nederland ligt bij het Aardhuis
Woordafbreking
- wild·park
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van wild zn en park zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wildpark | wildparken |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
wildpark o [1]
- een dierentuin waar inheems en/of jachtwild wordt gehouden in betrekkelijke vrijheid, en waar bezoekers te voet of per auto het leefgebied van de dieren doorkruisen
- Zichtassen naar de groene omgeving zorgden voor een maximale natuurbeleving. En in oranjerieën werden in de winter kwetsbare planten opgesteld, een vroege vorm van natuurbescherming. Bijzondere dieren vonden een plek in de menagerie, voorloper van dierentuin en wildpark.[2]
- Uiteindelijk schreven ze zich met nog twee andere studenten in als 'Dutch UAS'voor de Wildlife Conservation UAV Challenge, een wedstrijd om mensen te stimuleren om onbemande vliegende systemen te bouwen die de neushoorn helpen te beschermen. Vanaf 31 oktober vertrekken de studenten naar Zuid-Afrika, om de drone daar verder te testen in wildpark Kololo.[3]
Gangbaarheid
- Het woord wildpark staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'wildpark' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Het Parool TOM BUIJTENDORP 25 NOVEMBER 2017 'Koester de longen van de stad'
- Het Parool SABINE DE LUCHT 6 OKTOBER 2014 Studenten UvA en HvA ontwikkelen drone om neushoorn te redden
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.