wereldbeschouwing
Nederlands
Woordafbreking
- we·reld·be·schou·wing
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘geheel der denkbeelden aangaande het mensdom’ voor het eerst aangetroffen in 1720 [1]
- samenstelling van wereld zn en beschouwing zn [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wereldbeschouwing | wereldbeschouwingen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
wereldbeschouwing v [3]
- (filosofie) het algemene idee, dat bepaalde mensen hebben over hun wereld. Het betreft het geheel aan op- en misvattingen omtrent het eigen bestaan van de mens en van de wereld, al dan niet gekaderd binnen religieuze of magische overtuigingen
Hyponiemen
- mens-wereldbeschouwing
Gangbaarheid
- Het woord wereldbeschouwing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- "wereldbeschouwing" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- wereldbeschouwing op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.