weldorpel
Nederlands
Woordafbreking
- wel·dor·pel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van wel ww en dorpel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | weldorpel | weldorpels |
verkleinwoord | weldorpeltje | weldorpeltjes |
Zelfstandig naamwoord
weldorpel m [1]
- (bouwkunde) een dorpel met ingeschaafd waterhol, om afdruipend regenwater te keren die wordt aangebracht op een naar binnendraaiende buitendeur of raam.
Gangbaarheid
- Het woord 'weldorpel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'weldorpel' herkend door:
19 % | van de Nederlanders; |
11 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.