weldorpel

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wel·dor·pel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord weldorpel weldorpels
verkleinwoord weldorpeltje weldorpeltjes

Zelfstandig naamwoord

weldorpel m [1]

  1. (bouwkunde) een dorpel met ingeschaafd waterhol, om afdruipend regenwater te keren die wordt aangebracht op een naar binnendraaiende buitendeur of raam.

Gangbaarheid

  • Het woord 'weldorpel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
19 %van de Nederlanders;
11 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.