wegvliegen

Nederlands

Uitspraak

Geluid: wegvliegen (hulp, bestand)
IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈʋɛχfliχə(n)/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈβ̞ɛxvliɣə(n)/
- (Limburg): /ˈwɛxvliɣə(n)/

Woordafbreking

weg·vlie·gen

Woordherkomst en -opbouw

samenstelling van weg bw en vliegen

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
wegvliegen	vloog weg	weggevlogen
klasse 2	volledig

Werkwoord

wegvliegen

ergatief een plaats vliegend verlaten

- Voor hij de foto kon nemen vloog de zeldzame vogel weg.
ergatief heel snel en plotseling een plaats verlaten

- Toen hij het slechte nieuws hoorde vloog hij weg.
ergatief een hoge verkoopsnelheid hebben

- Zo rond deze tijd van het jaar vliegen de boeken gewoon weg.

Synoniemen

[2] wegsnellen

Verwante begrippen

aanvliegen, doorvliegen, meevliegen, overvliegen

Vertalingen

1. vliegend een plaats verlaten

Duits: fortfliegen ^(de)
Engels: fly away ^(en)

Frans: s'envoler ^(fr)

2. heel snel en plotseling een plaats verlaten

Duits: davoneilen ^(de)
Engels: dart off ^(en)

Frans: partir très vite ^(fr), partir ^(fr)
Oudnoords: rjúka (een zwaard uit de hand)

3. een hoge verkoopsnelheid hebben

Duits: reißenden Absatz finden ^(de)
Engels: sell like hot cakes ^(en)

Frans: se vendre comme des petits pains ^(fr)

Gangbaarheid

Het woord wegvliegen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'wegvliegen' herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.